Mijn hart voor het begeleiden van jongeren boven de 18 jaar
Gepubliceerd op: 22 september 2022
Bij Jeugdformaat werken we vanuit ons hart. Iedere dag opnieuw zetten we ons in om kinderen, jongeren en gezinnen verder te helpen. Sommige cliënten of gebeurtenissen blijven ons bij. In ‘Mijn hart voor…’ vertellen hulpverleners over een ervaring in hun werk die zij niet snel meer zullen vergeten. Vandaag deelt Lisanne (WMO coach) haar verhaal over een cliënt die zij mocht begeleiden.
'Sinds april is Jeugdformaat gestart met een WMO-team (Wet Maatschappelijke Ondersteuning). Jeugdformaat heeft een groot aanbod aan jeugdzorg, maar wat komt er na de (soms intensieve) jeugdzorg wanneer een jongere 18 is geworden? We willen de doorstroom naar het volwassen leven ondersteunen door jongeren een steuntje in de rug te bieden na hun 18e levensjaar. Voor de jongere zelf is het een belangrijke leeftijd; je wordt als volwassen gezien door de buitenwereld en mag zelf beslissingen nemen. Vaak zijn ze zich nog niet bewust van wat er op je af komt qua o.a. financiën. Er is niemand meer die de jongere achter de broek aanzit om uit bed te komen, naar school of naar werk te gaan of die gewoon een kopje thee zet. Als WMO coach sta ik jongeren bij in deze lastige overgangsfase, en daar komen heftige situaties bij kijken.
Mijn telefoon gaat. Een pleegzorgmedewerker belt mij op dat we eigenlijk een week later een kennismakingsgesprek hebben staan, maar dat er iets onwerkelijks is gebeurd en of ik toevallig vanmiddag al kan aansluiten bij een gesprek. Dus daar zat ik dan, bij de jongen thuis. Hij vertelt over wat er het afgelopen weekend gebeurd is en het lijkt alsof we in een filmscene zijn beland. Voor hem is het de harde werkelijkheid. Hij woonde de afgelopen jaren onder pleegzorg bij zijn opa, zijn steun en toeverlaat. De jongen was mantelzorger voor zijn opa en zijn opa bood hem de zorg die hij nodig had. Totdat hij in een nachtmerrie belandde.
Samen zouden ze op vakantie gaan naar Londen. Op het vliegveld ging opa nog even naar het toilet, maar dit duurde langer dan normaal. Hij vertelt dat de volgende gebeurtenissen in een waas aan hem voorbij zijn gegaan. Medewerkers van het vliegveld hielpen de deur open te maken en het volgende moment zat hij in het ziekenhuis van Londen waar werd verteld dat opa overleden was. Hij kreeg een tasje met kleding mee die opa die dag aan had. Daar stond hij, met de bagage van hemzelf en van opa. Wat nu?
Ik had deze jongen nog nooit gezien. Hij vertelde zo open zijn verhaal aan zijn pleegzorgmedewerker en aan mij. Ik krijg nog kippenvel wanneer ik dit aan het schrijven ben. Helaas blijft het voor de jongen niet bij deze ene gebeurtenis, want vervolgens komt er een gigantische administratieve rompslomp op hem af. De woningbouwvereniging vertelt dat hij binnen 2 weken op straat moet staan, hij wordt van het kastje naar de muur gestuurd en moet steeds opnieuw naar de gemeente bellen voor wéér een andere afdeling. De tijd om te rouwen heeft hij niet.
Omdat ik de jongen nog niet kende was er nog geen vertrouwensband. Maar hier was ook geen tijd voor. We moesten direct in de actiestand en gingen samen direct aan de slag. Vanuit mijn perspectief wil ik jongeren leren dat ze het zelfstandig aankunnen. Maar deze jongen kon al zo verdomd veel zelfstandig, dat als er dingen waren die hij uit handen kon geven, ik deze zonder twijfel voor hem oppakte. We gaan later wel aan de slag met het stukje “leren”, maar eerst moeten we die basis terug zien te vinden.
Deze week kreeg de jongen te horen dat hij een plekje voor zichzelf heeft gekregen, of eigenlijk: heeft bemachtigd vanuit keiharde inzet. Ik ga langs met een kaartje en een lekkere lunch, want ik betwijfel of hij al gegeten heeft en of daar voldoende aandacht voor is. Ik twijfel, zal ik “lieve (naam)” in de kaart zetten? Ik ken hem nog niet zo lang. Maar dan denk ik: ach, zet de gedachten over “hoe je het hoort te doen” aan de kant en schrijf vanuit je gevoel, vanuit jezelf als mens zijnde. En dat is precies waar ons nieuwe WMO team voor staat! Ik heb diep respect voor deze jongen en natuurlijk kan ik hem nog wat bijleren nu hij er even volledig alleen voor staat in zijn zelfstandigheid, maar hij heeft al zo veel krachten laten zien, dat ik alleen maar langs de zijlijn kan applaudisseren. En waar nodig, geef ik hem een klein zetje de goede richting op.'