Het Simba Familiehuis: tijdelijke opvang en versterking van het gezin
Gepubliceerd op: 13 september 2021
Kinderen opvangen in een gezinshuis terwijl hun ouders intensief betrokken blijven en begeleid worden. Dat is een vrij nieuwe vorm van gezinsgerichte opvang in Nederland. De zorg is erop gericht dat ouders binnen twee jaar de zorg voor hun kinderen weer overnemen. Welkom in het Simba Familiehuis!
Vanochtend fietste ze met een vrolijk zingend meisje achter op de fiets naar de voorschool. Gezinshuisouder Gerlinde van Delft werd er zelf ook helemaal blij van. ‘Pien woont pas een paar weken in ons Simbahuis maar het gaat zo goed met haar.’ Omdat Piens moeder Maria diverse problemen heeft, kwam de driejarige met haar broer Teun (8) in de crisisopvang terecht. Na een week mochten de kinderen samen naar het Simbahuis, een nieuw soort gezinshuis van Jeugdformaat en SOS Kinderdorpen in Den Haag. Sinds afgelopen februari woont Gerlinde er met haar man, twee kinderen van 16 en 12 jaar en hond Toby. Pien en Teun zijn tot nu toe de enige kinderen die ze opvangen, Gerlinde hoopt dat er snel een paar bij komen – er is plek voor vier à vijf kinderen. Privé en werk lopen door elkaar, maar Gerlinde geniet ervan. ‘We leven hier als een groot gezin met elkaar.’
Dapper leeuwtje
Het Simba Familiehuis is een nieuw soort gezinshuis in Nederland. Het vangt broertjes en zusjes samen op als deze door problemen niet meer thuis kunnen wonen, vertelt projectleider Georgien Hakkert van SOS Kinderdorpen. Deze organisatie introduceerde het concept – genoemd naar het krachtige leeuwtje uit The Lion King – in Nederland. Het gezinshuis van Gerlinde is een eerste samenwerking tussen Jeugdformaat en SOS Kinderdorpen. ‘Terwijl de kinderen in een gezinshuis verblijven, krijgen de ouders intensieve begeleiding. Met als doel dat zij de zorg uiteindelijk weer overnemen. SOS Kinderdorpen vindt dat kinderen zich moeten kunnen ontwikkelen in de buurt van hun ouders. Daarom blijven de ouders – of een van de ouders – betrokken. Zo houden de kinderen de bevestiging dat, ook als ze tijdelijk uit het stamgezin zijn, de band met de ouders in stand blijft. Verder willen we dat broers en zussen als het even kan bij elkaar blijven. Als je later broers en zussen spreekt die na een uithuisplaatsing uit elkaar werden gehaald, hebben ze daar allemaal last van.’
Vertrouwde omgeving
Omdat ze op termijn terug gaan naar hun vertrouwde omgeving, bezoeken Pien en Teun hun vertrouwde school. Aan de andere kant van Den Haag, maar de lange fietstochten heeft Gerlinde er graag voor over. Ze merkt dat het grenzen stellen de kinderen goed doet. ‘Ze weten heel goed wat wel en niet mag. Na het eten brengt iedereen zijn bord naar de keuken. Teun is er trots op dat hij deze regel al kent. Ook gaat hij zonder problemen op tijd naar bed, iets wat thuis niet lukte. Verder maken de kinderen minder ruzie dan in het begin. Ze spelen graag samen met onze hond Toby.’
Intensief betrokken
Moeder Maria heeft moeite met grenzen stellen, vertelt Gerlinde. ‘De vader van de kinderen is niet in beeld en Maria vond de kinderen in haar eentje opvoeden zwaar.’ Volgens het Simba Familiezorg concept betrekt Gerlinde moeder Maria zo veel mogelijk bij de kinderen. ‘Elke dag bellen of appen Pien en Teun even met hun moeder. Daarnaast komt ze twee keer per week op bezoek. Dan praten we bijvoorbeeld over hoe ze haar kinderen straks zelf ook structuur kan bieden. Verder brengt ze haar zoon naar zwemles en gaat ze bijvoorbeeld kleding kopen met de kinderen. Een keer per twee weken slapen Pien en Teun een nachtje bij hun moeder. Doordat ze veel contact met haar hebben, voelen ze zich niet onbewust schuldig en weten ze dat ze even tot rust mogen komen in ons gezinshuis.’
Van de regen in de drup
Gerlinde werkte altijd al in de jeugdhulpverlening. Jarenlang begeleidde ze multiprobleemgezinnen waarvan de kinderen door heel Nederland werden geplaatst. ‘Ze zagen één keer per maand hun moeder. Tegelijkertijd stopte de hulpverlening aan de moeder, alle begeleiding ging naar de kinderen. Maar op hun zestiende belandden de kinderen – doordat ze onhandelbaar waren in het pleeggezin of het leefhuis – vaak toch weer bij hun moeder in huis. Van de regen in de drup, want die moeder had jarenlang geen opvoedingsondersteuning gehad en was nog steeds boos op jeugdzorg. Daarom ben ik een voorstander van begeleiding van ouders en kinderen terugplaatsen in hun eigen netwerk. Dat maakt Simba echt fantastisch.’
Het systeem bij elkaar houden
Ook thuis krijgt Maria begeleiding. Ambulant familiebegeleider Ellen van Hommelen van Jeugdformaat probeert haar structuur te bieden en haar weer sterker te maken. ‘Maria heeft veel meegemaakt met haar kinderen. Als ze leert herkennen waar de ruzies van de kinderen door komen en hoe ze daarmee beter kan omgaan, wordt ze sterker. Daarnaast is het goed als ze leert hoe ze een stevige structuur biedt aan de kinderen. Zo kan ze een betere alleenstaande moeder worden.’ Maria wil ook aan zichzelf werken. ‘Naast de zorg voor de kinderen wil ze een baan en onder de mensen zijn. Daar gaan we samen mee aan de slag.’ Net als Gerlinde spreekt het Ellen aan dat de Simba-methode niet alleen op het kind is gericht maar op het hele gezin. ‘Áls die begeleiding er al is, komt deze normaal gesproken vanuit een andere organisatie. Simba houdt het systeem bij elkaar. Wat hebben de kinderen nodig? Wat heeft de ouder nodig? Hoe reageren de broertjes en zusje op elkaar en hoe gaat de ouder daarmee om?’
Nazorg
Pien en Teun zullen zo lang als nodig in het Simbahuis blijven. Daarna volgt een half jaar thuisbegeleiding om Maria te ondersteunen als de kinderen in het gezin zijn teruggekeerd. ‘Dat halve jaar nazorg is belangrijk’, zegt Ellen. ‘Maria vroeg mij of ik dan wil blijven komen, zodat ze niet een nieuwe hulpverlener krijgt. Steeds weer wisselen van hulpverleners en instanties maakt dat je moeilijk kunt vasthouden aan waarmee je bezig bent.’ Dankzij de begeleiding van maximaal twee jaar herstellen de familierelaties en kunnen de meeste kinderen veilig terugkeren naar huis. Georgien: ‘Het in de praktijk uitvoeren vraagt veel van alle begeleiders, ze moeten zich er 24/7 voor inspannen. Ik word heel blij van de flexibiliteit van Ellen en Gerlinde.’
Pien, Teun en Maria heten in werkelijkheid anders.