Een kijkje in het ASS gezinshuis: ‘Zo normaal mogelijk, maar speciaal waar het moet’
Gepubliceerd op: 28 september 2022
Kinderen met het autismespectrumstoornis (ASS) hebben structuur, duidelijkheid, herhaling, voorspelbaarheid en grenzen nodig. Zeker wanneer zij niet meer thuis kunnen wonen en moeten worden opgevangen op een andere plek. Speciaal voor deze kinderen is het ASS gezinshuis geopend. De kinderen in het gezinshuis hebben nog niet eerder een plek binnen de Jeugdzorg gehad waar zij écht passen. Om een kijkje in het ASS gezinshuis te geven, vertellen gezinshuisouder Daniella, gedragswetenschapper Marjolein en ambulant hulpverlener Lydia over de dagelijkse gang van zaken in het gezinshuis.
De noodzaak
De casus van een kind met het autismespectrumstoornis (ASS) is vaak complex, zeker als het kind niet meer thuis kan wonen. Structuur, duidelijkheid, herhaling, voorspelbaarheid en tijd zijn ontzettend belangrijk. Vaak wonen kinderen met ASS in een leefgroep, maar dit werkt niet altijd even goed. Vanuit de Jeugdzorg is het doel om huiselijke woonplekken te creëren, en juist voor kinderen met ASS is dit extra belangrijk. Gedragswetenschapper Marjolein licht toe: ‘Kinderen kunnen klinisch opgenomen worden, zoals alleen overdag of voor een korte periode. In een reguliere instelling leven kinderen vaak in een groepssetting. Sommige kinderen die nu in het gezinshuis wonen hebben dit al een keer meegemaakt. Het verschil tussen een klinische opname en het gezinshuis is bijvoorbeeld dat het gezinshuis voor kinderen meer lijkt op een thuissituatie. Deze overeenkomst draagt er aan bij dat de kinderen de aangeleerde vaardigheden meer eigen kunnen maken en vast kunnen houden. Herhaling speelt hierbij een grote rol.’
Zo thuis mogelijk
De kracht van het ASS gezinshuis is het huiselijke aspect. De huisregel van gezinshuisouder Daniella is ‘zo normaal mogelijk, maar speciaal waar het moet’. Hierover zegt ze: ‘Kinderen gaan dus gewoon sporten en naar school, net zoals het bij de biologische ouders ook zou gaan. Vanaf de buitenkant is het ook niet te zien dat het huis een gezinshuis is. De overstap is daardoor niet zo groot voor de kinderen’. Naast dat het belangrijk is voor de kinderen om in een huiselijke omgeving te wonen, benadrukt Marjolein dat ook een veilig gevoel van groot belang is: ‘Een gevoel van veiligheid is belangrijk voor deze kinderen, want hierdoor ontstaat meer ruimte om nieuwe vaardigheden te kunnen leren. In het ASS gezinshuis voelt het veilig voor hen, Daniella kan zich volledig richten op de kinderen die zij in huis heeft.’ Daarnaast speelt prikkelgevoeligheid een grote rol in het gezinshuis. Ambulant hulpverlener Lydia vertelt hierover: ‘Het stresslevel bij kinderen met autisme kan heel hoog liggen door de hoeveelheid prikkels die zij binnenkrijgen. Prikkelgevoeligheid kan er bij ieder kind met autisme anders uitzien. We leren de kinderen hoe zij hier het beste mee om kunnen gaan. Zo help ik de kinderen om van een vol hoofd naar een rustig hoofd te gaan. Dit doen we door middel van denkbeeldige mappen in het hoofd. Wanneer een kind een vol hoofd heeft staan er veel mappen open, en deze moeten gesloten worden zodat het kind weer verder kan gaan. De kinderen weten ook van elkaar wat de gevoeligheden zijn. Zo leren we ze rekening te houden met elkaar in huis.’
In het gezinshuis wordt er ook gekeken naar de situatie op school. Hierover zegt Lydia: ‘Wanneer het niet goed gaat op school halen we het kind er niet gelijk vanaf, maar kijken we eerst wat mogelijk is. Ik ga dan naar school toe om het kind een aantal dagen te observeren. Hoe gedraagt het kind zich en kan ik er iets aan doen? Hiervoor moet ik het kind eerst heel goed leren kennen zodat ik aansluiting kan vinden. Autisme ziet er bij iedereen anders uit, en wanneer je het kind begrijpt benader je deze ook op de juiste manier. Een ander kan het vreemd gedrag vinden, maar ik weet dan dat het gedrag autisme is.’
Een kernteam
Binnen het ASS gezinshuis wordt er gewerkt met een vast kernteam. Het team bestaat uit de gezinshuisouder, de ambulant hulpverlener, pedagogisch medewerkers en twee gedragswetenschappers. Het hele team is er ter ondersteuning van gezinshuisouder Daniella. Ook is er een vervangende gezinshuisouder zodat Daniella eens in de twee weken een weekend vrij heeft. Een gedragswetenschapper is er voor consult en advies richting Daniella, de andere gedragswetenschapper is er voor eventuele behandeling voor de kinderen. De ambulant hulpverlener heeft de regiefunctie en houdt zich bezig met het netwerk van het kind. De pedagogisch medewerker heeft dagelijks contact met de kinderen zelf. Op deze manier zorgt het kernteam ervoor dat Daniella altijd ondersteuning heeft bij het opvoeden van de kinderen. Voor de kinderen zelf is een vast kernteam ook prettig. Zo krijgen ze niet te maken met veel verschillende gezichten en veranderingen. Daniella legt uit: ‘Doordat de kinderen te maken hebben met vaste verzorgers zijn de grenzen duidelijker. Zo komen we niet in de situatie dat iets van de ene verzorger wel mag en van de andere niet.’ Lydia vult aan: ‘Het aangeven van grenzen en voorspelbaarheid is ontzettend belangrijk voor deze kinderen. Dit zorgt voor structuur, duidelijkheid en veiligheid. De kinderen moeten vaak van tevoren al worden voorbereid op veranderingen. Daarom werkt het kernteam zo goed voor hen. Ik heb de regel ‘zeg wat je doet en doe wat je zegt’, zo weten de kinderen waar ze aan toe zijn.’
Steun van ouders
Het is heel belangrijk dat ouders betrokken blijven en achter de zorg in het gezinshuis staan. Zonder de emotionele toestemming van de ouders komen de kinderen in conflict. Kinderen zijn loyaal naar hun ouders toe. Als een kind merkt dat zij het niet eens zijn met het wonen in het ASS gezinshuis, zal dit hun leergang in de weg staan. Het contact met ouders ligt bij Lydia en Daniella. Lydia heeft een coachende rol, ook naar de ouders toe: ‘Wanneer kinderen de weekenden bij de ouders verblijven heb ik hier veel gesprekken over. Waar lopen ouders thuis tegenaan met de kinderen? Hoe zorgen we ervoor dat het zo prettig mogelijk verloopt voor iedereen? Ik heb een gesprek met de ouders voor het weekend dat de kinderen thuis zijn, en na het weekend hebben we ook een nabespreking. Ik leer de ouders dat ze de dingen die de kinderen in het gezinshuis leren, thuis ook moeten toepassen.’
Daniella zorgt ervoor dat de ouders altijd geïnformeerd blijven over alles wat er speelt. Uiteraard blijft het altijd lastig voor de ouders, vertelt Daniella: ‘Ik heb er letterlijk voor getekend om voor vier kinderen met autisme te zorgen. Ouders moeten er gewoon mee dealen wanneer hun kind autisme blijkt te hebben. Als ouder is het natuurlijk je grootste nachtmerrie dat je niet voor je eigen kind kan zorgen. Er komt schuldgevoel en rouw bij kijken wanneer jouw kind ergens anders moet gaan wonen.’ Omdat zij er alles aan doet dat de ouders een prominente rol in het leven van de kinderen blijven hebben, heeft zij de afspraak met de kinderen gemaakt om haar geen ‘mama’ te noemen. Hierover zegt Daniella: ‘Ze hebben maar één biologische moeder, ik kan die plek nooit innemen. Wanneer kinderen mij mama noemen zeg ik tegen ze: ‘ik zorg met al mijn liefde voor je, maar je hebt maar één mama.’