Dubbelinterview met gezinshuisouder Marjolein en hulpverlener Melinda
Gepubliceerd op: 12 juli 2021
Allebei zetten ze zich met hart en ziel in om kinderen een thuis te geven in een gezinshuis. Daar hoort een goed contact met de ouders bij. Hoe maak je een succes van gedeeld opvoederschap? We vroegen het aan Marjolein, gezinshuisouder bij Jeugdformaat, en ambulant hulpverlener Melinda.
Marjolein, waarom ben je gezinshuisouder geworden?
‘Hiervoor werkte ik in de zorg en al vond ik dat werk erg waardevol, ik wilde ook thuis bij mijn dochters zijn. Zo kwam negen jaar geleden het idee om als gezinshuisouder te gaan werken. Toen we eenmaal openden, was ik binnen zes weken drie kinderen rijker. Al bij de eerste plaatsing voelde ik: ik word hier zo gelukkig van!’
Hoe ziet jullie samenwerking eruit?
Melinda: ‘Ik bewaar het overzicht over alle betrokkenen bij een gezinshuis, ben de regiehouder.’ Lachend: ‘Maar Marjolein neemt vaak zelf de regie in het contact met het netwerk.’ Marjolein: ‘Ja, het contact met de ouders van de kinderen die bij mij wonen, onderhoud ik zelf. Van mij hoeft daar geen ambulant begeleider tussen te zitten, het geeft mij juist energie om het zelf te doen!’
Hoe doe je dat dan, contact onderhouden?
Marjolein: ‘Ik stuur veel foto’s. We hebben bijvoorbeeld net een nieuwe puppy. Toen een jongen die bij ons woont met de puppy speelde, stuurde ik een foto naar zijn ouders. Vinden ze heel leuk! En als er dingen spelen, app ik de ouders soms een wat uitgebreider verslag. Eigenlijk app, bel en mail ik dus gewoon met ze zoals ik met mijn zussen zou doen, of met de buurvrouw.’
Hoe reageren die ouders daarop?
Marjolein: ‘Dat waarderen ze echt, want ze maken dan toch deel uit van het leven van hun kind. Soms maakt het ze ook wel verdrietig, omdat het confronterend is dat het thuis niet lukte.’ Melinda: ‘Sommige ouders zijn er echt dankbaar voor dat er iemand is die goed voor hun kind wil zorgen, en dat ze hun kind zien lachen.’
Is het ook weleens moeilijk, het contact met de ouders?
Marjolein: ‘Oh zeker. Je probeert de ouder altijd te betrekken, maar zowel ouder als kind kan dat moeilijk vinden. Soms zegt een kind iets als: “Ik haat mijn moeder.” Dan zeg ik altijd: “Ik begrijp dat je dit nu voelt, maar het blijft toch je moeder. Uiteindelijk ga je toch weer naar haar verlangen.” Dat zie ik dan ook vaak terug. Ook vanuit de ouder kan het moeilijk zijn. Een tienermeisje dat bij ons woonde, had een complexe relatie met haar moeder. In overleg met dat meisje stuurde ik toch maandelijks een mail naar haar moeder met een update. Maar haar moeder vond altijd wel iets in die mails om boos over te worden. Toen zijn we ermee gestopt.’
Is dat dan onsuccesvol gedeeld opvoederschap?
Melinda: ‘Helemaal niet. Juist om die relatie tussen die moeder en dochter goed te houden, verminderde Marjolein het contact toen tijdelijk. Dat is het maatwerk dat we bij Jeugdformaat zo belangrijk vinden. In de gezinsopvang zijn er richtlijnen, maar er wordt altijd onderling afgestemd wie wat doet, en alles in het belang van het kind. Hoe dat er precies uitziet, moeten we echt per situatie bekijken en ook steeds bijsturen.’
Wat is de sleutel tot succesvol gedeeld opvoederschap?
Melinda: ‘Sowieso een open communicatie. Dat alles bespreekbaar is.’ Marjolein: ‘En dan ook echt alles, elk onderbuikgevoel moet besproken kunnen worden als het je niet lekker zit. En daarnaast: een gelijkwaardige samenwerking waarin iedereen zich kwetsbaar opstelt. Zodat je echt samen aan die puzzel werkt: hoe zorgen we ervoor dat deze situatie voor iedereen oké is? Daar hoort ook delen bij: als je de gezamenlijke liefde voor het kind deelt, is dat een mooie grond voor de samenwerking.’
Wat was jullie mooiste ervaring met een succesvolle samenwerking?
Marjolein: ‘Toen een meisje dat bij ons woonde jarig was, gingen we uit eten met mijn man en kinderen, dat meisje én haar ouders. Aan tafel met een wijntje kletsten we over van alles en vierden we samen haar verjaardag. Allemaal gelijkwaardig. Zo mooi.’ Melinda: ‘Voor mij is een samenwerking succesvol als ik er niet meer tussen hoef te zitten. Als ik gemist kan worden omdat ouders en gezinshuisouders het onderling regelen. Begrijp me niet verkeerd, ik wil ze altijd ondersteunen, maar het is zo mooi als ze het zelf doen.’
Wat doet het met de kinderen als die samenwerking goed verloopt?
Marjolein: ‘Heel veel. Ze blijven altijd loyaal naar hun ouders, al zit er soms zo veel pijn in die relatie. Er woonde bijvoorbeeld een meisje bij me van wie de vader in de gevangenis zat. Ze was zo boos op hem. Toen zei ik: “Is het een idee om hem een brief te schrijven?” Dat hebben we gedaan. Die vader schreef terug en ik zag hoe helend dat was voor haar. Uiteindelijk wisselden ze meerdere brieven uit. Dat is prachtig, als je daarin kunt helpen.’
Hebben jullie tips voor andere gezinshuisouders en hulpverleners op het gebied van gedeeld opvoederschap?
Melinda: ‘Probeer naast elkaar te staan, niet tegenover elkaar. Wees open en eerlijk, zo bouw je aan vertrouwen.’ Marjolein: ‘Controleer de situatie niet te krampachtig, maar luister goed en sluit aan bij de behoeften van de kinderen en de ouders. Probeer waar het kan te lachen en het luchtig te houden. Dat relativeert en in humor zit veel kracht, daarvan ben ik heilig overtuigd.’